0 Comments in Geen categorie
Mijn schaamtespagaat

Lang gewacht met dit verhaal over schaamte. Mijn schaamte. Iedereen ziet me als geboren verhalenverteller en taalkunstenaar.

Ik niet.

En dat is de reden om te zwijgen en me te verschuilen achter mijn schaamtedeur. Of zoals Teus Lebbing in haar boek ‘Schaamte’ zegt: ‘Dat is wat schaamte doet. Het houdt een mens stil, klein, verstopt en in de kramp.’ En: ‘Alles wat niet besproken wordt, gaat onderhuids zitten.’

Mijn voordeur staat open voor iedereen: ik verwelkom mensen in mijn schrijfkamer, reiskamer, sportkamer en relatiekamer. Maar mijn schaamtekamer houd ik dicht. Bij anderen klop ik als interviewer graag aan bij elke persoonlijke kamerdeur. Ik heb hier al eens een blog over geschreven: elk antwoord is een deur. Ook heb ik harten geopend van Sri Lankaanse theepluksters, kruidenboeren, kokosnotenboeren en hun gezinnen. Ik heb ontroerende en hartverscheurende gesprekken gehad met partners die wisten dat hun kinderen hun vader of moeder zouden kwijtraken door de ziekte ALS. Mensen durfden kwetsbaar te zijn als ik vragen stelde en luisterde. En ik mocht hun verhaal opschrijven.

De verhalen in het boek ‘Schaamte’ van Teus openden mijn schaamtedeur. En toch ben ik tegelijkertijd bang om mijn schaamte te delen. Zo werkt het dus die ongemakkelijke en verkrampende schaamtespagaat. Mijn ene been wil dat ik word gehoord en gezien en mijn andere been wil dat ik wegduik en onzichtbaar ben.

Illustratie van Gert in spagaat. Ene been wegduiken en andere been gehoord en gezien worden.

Als beginnend en talentvol copywriter in de reclame had ik samen met mijn artdirector de test doorstaan: ik mocht via Adformatie met de Jonge Honden naar het internationale Cannes Lions International Festival of advertising en communications. Schuchter bleef ik op de achtergrond. Ik was een onzichtbare toeschouwer en geen actieve deelnemer of trots blaffende jonge hond.

Ik moest ook aan een sollicitatiegesprek denken bij een PR- en communicatieadviesbureau. De directeur twijfelde, vooral vanwege mijn oorringetje en het gebrek aan colberts en stropdassen in mijn klerenkast. Gelukkig was daar tekstschrijver en latere vriend Cor Hospes die hem voor gek verklaarde: ‘Die gast kan schrijven man, aannemen dus!’

Genoeg positieve recensies over ‘Schaamte’. Even googlen en je leest hoe waardevol en relevant dit boek is. De verhalen van Teus, oud-psychiater Bram Bakker, traumatherapeut Stephanie Goossens, sociaal pedagoog Ard Nieuwenbroek, fotograaf Ilvy Njiokiktjien, schrijver Maddy Stolk, levenseindecoach Leonie Vogels en Olympisch kampioen Mark Tuitert raken en laten zien wat het je biedt als je wél open bent over jouw schaamte.

Ik heb ervaren hoe klein, stil en onzichtbaar schaamte je maakt. Hoe schaamte jarenlang een rol kan speelde in mijn doen en laten. Waar ik bij andere mensen dichte en geheime deuren heb mogen openen als interviewer, heb ik mijn schaamtedeur dichtgehouden.

Ik kom uit een strenggelovig nest. Nederlands Hervormd, Gereformeerde Bond. Zwartgrijze kousen, hoedjes en lange rokken voor vrouwen, ouderlingen met strenge blik, zingen op hele noten en donderpreken van de dominee. Hel en verdoemenis.
Dat deed iets met me.

De mens is geneigd tot alle kwaad.

De Heidelbergse catechismus vraag 8 is duidelijk: ‘Maar zijn wij alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad?’
Antwoord: ‘Ja wij; tenzij dan dat wij door den Geest Gods wedergeboren worden.’

Wat ik ook doe, het is nooit goed.

Als ik blij of gelukkig ben, dan kan dat niet, want de mens is zondig. Ik bedrieg de boel dus en houd mezelf en anderen voor de gek. En o wee God ziet alles.
Als ik ondeugend ben en niet luister, dan bewijst dat dat ik van nature slecht ben.

De dreiging van de hel. Schaamte om wie ik ben en wat ik doe. Dit heeft me klein gemaakt. Stil. Bescheiden. Angstig.

Van het geloof mocht ik niet in mezelf geloven, want wie ben ik zonder de genade van de Heer? Al het goede en de vergeving kwamen van God. Wie ben ik om iets te betekenen in deze wereld? Bovendien preekte de dominee dat dit leven hier op aarde slechts een tijdelijk doorgangshuis was: het echte leven zou pas na de dood beginnen. In de hemel. Als je tenminste niet in de hel kwam.

Zo’n geloof ontneemt je jouw eigen identiteit en de autonomie en vrijheid om je leven vorm te geven zoals jij dat wilt.

Ik heb mezelf heel lang op de achtergrond gezet. Op de lagere school durfde ik mijn hand niet op te steken als ik als enige het antwoord wél wist. Ongemakkelijk draaide ik dan op mijn stoeltje. En als er iets op school was kapotgemaakt en de meester vroeg wie dit gedaan had, kreeg ik bij voorbaat al een rood hoofd. Omdat ik bang was dat ik de schuld zou krijgen. En door mijn rode wangen zou iedereen denken dat ik het had gedaan.

Als tekstschrijver hoefde mijn naam niet onder artikelen te staan. Liever niet. Ghostwriting voor een ander vond ik heerlijk. Ik heb ook heel lang gewacht met mijn website. En nog langer heb ik gewacht met een eigen blog of persoonlijke artikelen op LinkedIn, zoals over mijn moeder, Alzheimer, haar dood en mijn nieuwe metgezel Neuralgische Amyotrofie.

Onderwaardering. Niet goed genoeg zijn. Op de achtergrond blijven.

Een ander geloofsthema dat ik van (Gods)huis heb meegekregen, is: lijden in stilte. Dat is ook niet bevorderlijk om uit je schaamtekamer te komen. Je kruis dragen en bidden tot God in plaats van in gesprek te gaan met elkaar, dat zorgt ervoor dat je niets deelt en geen hulp vraagt als je dat nodig hebt.

Ik herken dat ook nu nog. Ik vind het moeilijk om hulp te vragen als ik niet genoeg werk en dus inkomen heb. Die stilte en schaamte raad ik iedereen af, behalve mezelf. Daar heb je de schaamtespagaat weer. 2025 is net begonnen en ik heb te weinig opdrachten. Trek ik aan de bel? Ben ik open over de angst dat ik niet genoeg verdien? Of houdt de schaamte me ook nu weer tegen? Voel ik me veilig genoeg en heb ik vertrouwen in mezelf en de ander?

Veiligheid en vertrouwen.

Al schrijvende over schaamte dacht ik aan al die bedrijven die bezig zijn met storytelling en storylistening. Storytelling is vaak nog te zendergericht: we moeten verhalen vertellen. Storylistening is een hoopvol begrip, maar nog steeds is het ‘we moeten verhalen vangen’. We, dus. Daarbij vergeten we een belangrijke voorwaarde: is er een veilige cultuur waarin mensen open durven te zijn over hun gevoel, gedachten en meningen? Is er vertrouwen op een zachte landing bij het delen van ongemakkelijke emoties? Is er een verhalencultuur met een keukentafel, een open haard, een wandeling in het park waarin je van mens tot mens je verhaal kan doen? Geef je klanten een podium, zodat ze ongeremd kunnen vertellen hoe zij jouw dienstverlening ervaren? Geef je medewerkers zeepkisten en een luisterend oor en hart? Zonder de angst op repercussies? Ga je als team open en liefdevol in gesprek met collega’s die naar een andere organisatie vertrekken? Is daar ruimte voor ongemak? Of vegen we nog steeds ons falen onder het tapijt? Ja, het is lastig om met de billen bloot te gaan en met het schaamrood op de kaken te vertellen dat je iets niet goed hebt aangepakt. Maar zo win je wel het vertrouwen terug van boze en ontevreden klanten en medewerkers en kun je de verbroken verbinding herstellen.

Op de achterflap van ‘Schaamte’ stelt Teus een belangrijke vraag aan jou als mens en als organisatie: ‘Als je het niet kunt hebben over wat er écht speelt en wat je écht voelt, wie ben je dan?’

Het vraagt moed, maar de bevrijding is groot zoals Teus en de geïnterviewden hebben ervaren: ‘En dat [zwijgen] levert uiteindelijk meer gedoe op dan wél lucht geven aan verdriet, pijn en ongemak.’

Vrijheid en autonomie zijn mijn hele (werk)leven belangrijk; ik heb zo veel ontdekt over mensen, culturen en mezelf. Mijn schaamte, mijn geschiedenis en mijn emoties mogen me niet langer gevangenhouden. Die onderstroom als mens en als organisatie zichtbaar maken en een stem geven, werkt bevrijdend en helpt je vooruit. Of zoals Teus zegt:

‘Het vertellen en delen van die echte verhalen levert inzicht, vrijheid en veerkracht op.’

 

Bedankt Teus Lebbing voor het meelezen en meeleven en natuurlijk voor je o zo belangrijke boek over Schaamte.

Dank je Annemieke Busink (Miek Geeft Vorm) voor het zo fraai verbeelden van mijn schaamtespagaat. Blij met onze samenwerking en vriendschap.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *